Woord van de voorzitter: Trots Belg te zijn

Het woord van de voorzitter

Trots Belg te zijn

De voorbije maanden moet ieder van ons zich weer een trotse Belg hebben gevoeld. Het begon met de manier waarop wij de aardbeving en tsunami in Japan hebben aangepakt. Die Japanners hebben nog altijd niet door dat het bij een kernramp volstaat om deuren en vensters te sluiten en de kinderen op school te laten. Onze minister heeft ons dat geleerd.

Vervolgens zijn wij met zes volledige F 16 ten oorlog getrokken tegen die snoodaard in Libië.

Nadien hebben onze Rode Duivels, na een heroïsche strijd, de afstammelingen van de Keizer-koster en van de Hunnen uit Azerbeidzjan in de pan gehakt.

Tenslotte presteerde Roularta Books het om het werk van Roland Van Opbroecke, onder de titel “1830, De geboorte van een staat,” op de markt te gooien. Het boek bewijst dat het splitsen van een staat een verstandige keuze is, indien het de Franse cultuur ten goede komt.

Lang voor de opvoering op 25 augustus 1830 van “De Stomme van Portici” waren Franse radicalen (pardon, idealisten) in Brussel actief. Zij werkten de onrust in de hand en traden op als leiders in de relletjes van eind augustus. Bij die opstootjes lieten de opstandelingen duidelijk zien waar het hen om te doen was. Er werd “Vive la France” geroepen, met de Franse driekleur gezwaaid  en de “Marseillaise” gezongen. Jottrand en Ducpétiaux waren nadien wel zo leep om de Franse door de Brabantse kleuren te laten vervangen.

Wanneer op 23 september 1830 het Hollandse leger, na veel te lang aarzelen, optrekt tegen Brussel, waren bijna alle revolutionaire leiders uit Brussel gevlucht, meestal naar Frankrijk. Charles Rogier had zich verstopt in het Zoniënwoud. Hij zou als eerste naar Brussel terugkeren, nadat bleek dat het plebs in Brussel meer militair inzicht had getoond dan de Hollandse elitetroepen onder het bevel van prins Frederik. Een meerderheid van dat plebs bestond uit Nederlandstalige dagloners en bouwvakkers. Na de overwinning begrepen zij, zoals het Vlamingen past, dat het voor de volksverheffing best was om de leiding in handen te geven van de ondertussen uit Frankrijk teruggekeerde Franstalige Belgische patriotten. Die patriotten zouden nadien in hun gedenkschriften kunnen vertellen hoe dapper zij gestreden hadden tijdens die glorierijke vierdaagse van 23 tot 27 september 1830. Wanneer nog hebben wij een gelijkaardig verhaal gehoord ?

Graag had ik nog wat meer uitgeweid over deze roemrijke periode uit onze vaderlandse geschiedenis, maar plaats ontbreekt. U zult ondertussen begrepen hebben dat België het beste is wat ons kon overkomen. Wij leven samen met Franstaligen in dezelfde staat, in een solidaire en multiculturele samenleving. Het is toch meelijwekkend dat staten met slechts één officiële taal, zoals bv. Frankrijk, Duitsland en zelfs het Verenigd Koninkrijk, dat contact met andere culturen niet hebben. Zij zitten opgesloten in hun bekrompen ‘onder de kerktoren’- mentaliteit. Hun culturele elite is niet gekend in het buitenland.

Ben ik gek geworden ? Neen hoor, ik vertolk slechts de mening van vele Vlamingen.

René De Ranter

voorzitter

Eén gedachte over “Woord van de voorzitter: Trots Belg te zijn”

  1. In oO (nr 4, maart 2014) herkauwt de voorzitter op 2 volle pagina’s het tweede, politieke luik van zijn nieuwjaarsbrief . Speelt hij hier solo slim of ‘dekt’ het bestuur zijn ‘Woord’? Het plaatselijk nieuwsblaadje van een cultuurvereniging als het Davidsfonds is voor mij geen platform voor politieke boodschappen van een verongelijkte Calimero-Vlaming.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s