Het woord van de voorzitter
“Ssst, hier slaapt de Brusselaar”
Het moet nu maar eens gedaan zijn met op de kap te zitten van die oververmoeide Brusselaar. Je moet het maar meemaken om vanaf 7 uur ’s morgens, soms zelfs vanaf 6 uur, en tijdens je middagdutje gestoord te worden door meer dan 50 dB. Het is dan ook geen wonder dat 70 % van de Brusselaars vindt dat lawaai een van de ergste vormen van milieuhinder is die hun levenskwaliteit aantast. Bij langdurige blootstelling aan geluidsniveaus van 50 dB (60 dB is een normaal gesprek) verhoogt bij hen het risico op een hartaanval met 40 %. Het is dan ook niet te verwonderen dat de werkloosheid in Brussel 17,2 % bedraagt en de jeugdwerkloosheid zelfs 25 %. Wie kan er nu werken bij al dat lawaai van luchtverkeer, wegverkeer, spoorwegverkeer, werking van aircosystemen, luchtkokers, terrassen van cafés en restaurants, discotheken, spelende kinderen, blaffende honden … (bron: Leefmilieu Brussel). Die geluidshinder is er in geen enkele andere stad. Dat bijna 83 % van de beroepsbevolking (75 % van de jeugd) daarin kan werken verdient een onderscheiding voor moed en zelfopoffering.
En dan hebben die verdomde Vlamingen nog het lef om vanuit Zaventem vliegtuigen over Brussel te sturen. Maar Brussel laat niet op zijn kop zitten en heeft voor het luchtverkeer zowat de strengste geluidsnormen ter wereld ingevoerd. In nagenoeg gans Brussel (zone 0) mag van 7 tot 23 uur de 80 dB (geluid van een auto) en ‘s nachts 70 dB (haardroger) niet overschreden worden. In een kleine zone nabij de luchthaven (zone 2) is dat resp. 100 (zoals een motorfiets) en 90 dB, en in een andere iets verder gelegen kleine zone 1 is dat resp. 90 (vrachtwagen) en 80 dB (toilet doorspoelen). De in de buurt van Zaventem wonende Vlaming hoort die decibels uiteraard ook, maar die heeft op lange na niet dat fijnbesnaarde delicate gestel van de Brusselaar. Inwoners van Luik en Charleroi hebben dat trouwens ook niet en zij hebben al gezegd dat zij gerust de vluchten van Zaventem willen overnemen.
Sommige Vlamingen beweren nu dat Zaventem voor 60.000 jobs zou zorgen, waarvan 10.000 in Brussel. En dan, die jobs zullen toch maar door Vlamingen worden ingevuld, want een zichzelf respecterende Brusselaar spreekt geen Nederlands en kan dus niet altijd terecht op Zaventem. Gelukkig zitten er nog Brusselaars van tricolore Vlaamse partijen in de Brusselse regering. Guy Vanhengel, Pascal Smet en Bianca Debaets zouden kunnen dreigen om de Brusselse regering te laten vallen over die geluidsnormen, maar zij gedragen zich gelukkig als voorbeeldige slippendragers.
Een andere vorm van pesterij zijn de taalwetten. Er zijn nu enkele Vlaamse parlementairen die willen dat die worden toegepast. Wetten laten toepassen, hoe durven zij. Tot nog toe was het zo dat bij een gegronde klacht de Vaste Commissie voor Taaltoezicht een schrijven stuurde naar de overtredende gemeente. En daar bleef het bij. Bij een onrechtmatige benoeming van personeel kon de vicegouverneur die eventueel wel schorsen, maar slechts voor een termijn van 40 dagen. Indien de toezichthoudende overheid niet tussenbeide kwam, werd de schorsing opgeheven, en dit tot grote tevredenheid van iedere Franstalige. Enkele Vlaamse Kamerleden willen nu de logica omdraaien en de uitgesproken schorsing definitief en bindend maken, tenzij de toezichthoudende overheid tussenbeide komt. Een kaakslag voor iedere Franstalige. Komt daar nog bij dat een op gekleurd papier verschijnende krant onlangs, door een Franstalige Brusselaar dan nog, liet zeggen:“Brussel overleeft dankzij de Vlamingen”. Hoe diep moet de Brusselaar de beker der vernederingen nog ledigen?
Ik kan het niet meer aanzien en wil dan ook een oproep doen. Ga dit jaar eens op vakantie naar Brussel, een land met 19 gemeenten en evenveel burgemeesters, zes politiezones, een parlement, een regering, een zeehaven, twee koninklijke paleizen en een Manneken Pis. Wat wil je nog meer?
Namens Davidsfonds Aartselaar wens ik u een leerrijke, deugddoende en onvergetelijke vakantie in Brussel of daarbuiten.
René De Ranter
voorzitter